In een notendop… De Dwergpinscher. Wat is het?
Dit is een klein hondenras dat gemaakt is voor het gezinsleven. Ze kunnen pittig zijn en verdragen niet dat ze streng worden toegesproken. Ze moeten dus op een positieve, speelse manier worden opgevoed. Ze brengen graag tijd door met hun gezin en zullen altijd graag spelen. Naast de aanbevolen dagelijkse wandelingen hebben dwergpinschers ook beweging nodig.
Wat het onderhoud betreft, is buiten de ruiperiode één borstelbeurt per week voldoende. Aan het einde van de rui raden we een bezoekje aan de trimsalon aan om het haar te trimmen. Natuurlijk is hij niet onkwetsbaar, maar met een goed en gezond dieet zal zijn gezondheid je niet in de steek laten.
De geschiedenis van de Dwergpinscher
Dit ras komt oorspronkelijk uitDuitsland en sporen ervan gaan terug tot het begin van de jaren 1700. In die tijd werd het ras gebruikt om op knaagdieren te jagen op boerderijen en in stallen. Zijn voorouders zijn onder andere de Dobermann, die er erg op lijkt maar qua grootte erg verschilt. Ten tweede hebben we gemeenschappelijke voorouders met de Schnauzer, die door de jaren heen werd onderscheiden door de lengte van zijn haar.
Aan het einde van de 19e eeuw waren pinschers op bijna alle boerderijen aanwezig omdat ze uitblonken in hun “werk”. Boeren gaven ze de bijnaam “ratiers”.
Op 14 juli 1955 werd de pinscher erkend door de Fédération Cynologique Internationale(FCI).
Fysieke kenmerken van de Dwergpinscher
Dit zijn kleine honden met goed geproportioneerde, gespierde lichamen. Ze hebben geen ondervacht en een zeer korte, gladde, glanzende vacht.
Maat
Zoals de naam al doet vermoeden, is dit een klein ras. De grootte verschilt niet per geslacht. Zowel reuen als teven meten tussen de 25 en 30 cm.
Gewicht
Net als de lengte varieert het gewicht niet per geslacht. Over het algemeen weegt hij tussen de 4 en 6 kg.
Vachtkleuren
Net als bij de Dobermann is de vacht vaak zwart met tan. De vacht kan monochromatisch of duochromatisch zijn. De kleuren variëren van roodbruin tot lichtbruin en zwart.
Het karakter en gedrag van de Dwergpinscher
Dwergpinschers zijn rustige, zachtaardige en energieke honden. Ze houden van spelen en kunnen onvermoeibaar lijken. Het zijn erg intelligente honden en als je zegt dat het speelkwartier voorbij is, stoppen ze.
Hij is heel trouw aan zijn gezin en past zich zonder problemen aan uw levensstijl aan. Bovendien kan hij zonder zorgen alleen gelaten worden, zolang deze periode van eenzaamheid maar niet te lang lijkt.
Zoals je kunt zien, zijn ze gemaakt om in een gezin te leven.
Hoe het op te voeden
Plezier hebben is de sleutel tot het trainen van een Dwergpinscher. Ze hebben een vurig temperament, dus het is belangrijk om van training een spel te maken, zodat ze ervan genieten.
Als je hem een strenge, ferme opvoeding geeft, zal hij waarschijnlijk van streek raken en niet luisteren.
Ideale leefomstandigheden
Het belangrijkste dat een Dwergpinscher nodig heeft, is een gezin. Hij moet dicht bij zijn baasjes zijn en zij moeten tijd aan hem besteden. Met dit in gedachten kan hij zich gemakkelijk aanpassen aan jouw leven. Flat of huis, beide passen bij hem. Aan de andere kant maakt zijn kleine formaat en korte vacht hem gevoelig voor koud weer. Het is dus niet ongewoon dat hij zich dicht bij de verwarming of in dekens nestelt.
De gezondheid van de Dwergpinscher
Het heeft een bijzonder robuuste gezondheid. In feite is een van de enige dingen waar je op moet letten kou, zoals hierboven uitgelegd. Als het koud of erg nat is, raden we je aan om je hond te bedekken.
Er zijn echter bepaalde ziekterisico’s waar je voor moet oppassen: aseptische necrose van de dijbeenkop, progressieve retinale atrofie en dislocatie van de knieschijf.
De levensverwachting
De gemiddelde levensverwachting van de Dwergpinscher ligt tussen de 13 en 16 jaar.
Onderhoud en hygiëne
Ze hebben niet veel onderhoud nodig. Zijn korte vacht hoeft maaréén keer per week geborsteld te worden, maar het is belangrijk om naar de trimsalon te gaan om zijn vacht te trimmen. Dit verwijdert al het dode haar dat er niet vanzelf uitvalt.
Wanneer moet ik overschakelen van puppyvoeding naar voeding voor volwassenen?
Zoals Amaury Vienne zegt in het artikel“Hoe geef je je hond goed te eten“, moet de overstap naar hondenvoer voor volwassenen worden gemaakt in het laatste derde van de groei van de hond. In het geval van de Dwergpinscher moet hij tussen 6 en 8 maanden van voeding veranderen.
We raden klein formaat hondenvoer aan, zodat je hond het makkelijker kan eten.
Lees hier meer over de andere rassen